Jerrel
In de herfst en winter is buiten sporten prettig, maar kou vraagt iets anders van je lijf dan een zomeravond. Bij lage temperaturen trekken je bloedvaten samen om je kern warm te houden. Spieren voelen stijver aan en je hebt vaak even nodig om op gang te komen. Daarom is een rustige warming-up belangrijk. Koude spieren reageren trager en pezen zijn minder soepel, waardoor de kans op kleine blessures toeneemt. Een paar minuten wandelen, wat lichte oefeningen en daarna rustig versnellen is al genoeg om je lichaam te laten wennen aan de temperatuur.
Je lichaam beschermen tegen de kou begint bij de manier waarop je je kleedt. Laagjes helpen om warmte vast te houden en zweet af te voeren. Het eerste laagje op je huid mag niet klam aanvoelen, anders koel je snel af als je even stopt. Veel sporters kiezen daarom voor thermokleding voor heren als basislaag. Zulke kleding sluit goed aan op het lichaam, voert vocht weg en houdt een dun laagje warme lucht vast. Daaroverheen kan een licht shirt of trui en als buitenste laag een jas die wind en lichte regen tegenhoudt. Zo hoef je niet dik ingepakt te zijn, maar blijf je wel comfortabel bewegen. Ook je hoofd en handen verdienen aandacht. Een dun mutsje, hoofdband of handschoenen zorgen ervoor dat je minder warmte verliest, zonder dat je meteen gaat zweten.
Veel sporters krijgen het eerst koud aan tenen en voeten. Natte sokken zorgen dan snel voor een onaangenaam gevoel. Goede sokken voor heren zijn daarom een belangrijk onderdeel van je winter outfit. Let op materialen die vocht opnemen maar niet kletsnat blijven aanvoelen, zoals wol mixen of technische garens. Een iets dikkere sok kan extra demping geven in je schoen, maar de pasvorm moet wel goed blijven zodat je geen drukplekken krijgt. Denk er ook aan om je schoenen na een natte training goed te laten drogen. Klamme zolen zorgen er de volgende keer voor dat je voeten sneller afkoelen. Het helpt als je het laatste stuk van je route wat rustiger uitloopt, zodat je lichaam al langzaam kan afbouwen.
Naast kleding spelen omstandigheden een rol. Kies bij stevige wind voor een ronde waarbij je heenweg tegen de wind in gaat. De terugweg met wind in de rug voelt dan minder koud, omdat je al warm bent. Bij vorst of natte bladeren is een ondergrond met minder gladde tegels of meer onverhard vaak veiliger. Luister ook naar je lichaam. Trillen, tintelende vingers of langdurig kippenvel zijn signalen dat je het te koud hebt. Dan is het verstandig om een kortere route te kiezen of een laagje extra aan te trekken bij je volgende training. Zo kun je het hele seizoen door met plezier buiten blijven sporten.
Dit artikel is geschreven in samenwerking met HEMA